Wat is passend onderwijs?

Volgens Alkema, et. al. (2015) wordt met passend onderwijs bedoeld dat de school in staat is om zoveel mogelijk leerlingen onderwijs en ondersteuning aan te bieden, passend bij hun mogelijkheden.  Dat geldt ook voor leerlingen die min of meer ernstige ontwikkelingsvragen hebben. Vertegenwoordigers van dit concept leggen er de nadruk op dat alle kinderen uitgedaagd moeten worden het allerbeste uit zichzelf te halen. 

Er zijn leerlingen die niet mee kunnen in het reguliere onderwijs ondanks de wet voor het passend onderwijs.  Deze kinderen gaan naar het speciaal basisonderwijs. Het kind heeft extra aandacht nodig. Om te zorgen dat het kind de juiste ondersteuning krijgt, is het speciaal basisonderwijs verdeeld in 4 clusters:

  • Cluster 1: blinde, slechtziende kinderen;
  • Cluster 2: dove, slechthorende kinderen;
  • Cluster 3: motorisch gehandicapte, verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen;
  • Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen.

Samen met de school en met een onderzoekteam wordt er gekeken welke school het beste bij het kind past. 

 

Het doel 

Door de wet van passend onderwijs wordt de integratie van leerlingen met een probleem versterkt, de kwaliteit van het onderwijs aan die leerlingen verbetert door schooltrajecten en worden ouders niet gedwongen om met hun kind langs verschillende scholen te gaan, maar kunnen zij rekenen op hulp vanuit het bestuur. 

Het doel: 'De beste kansen voor elk kind'. Daarbij is maatwerk van groot belang met de nadruk op wat het kind wel kan in plaats van wat het niet kan. 

Bij passend onderwijs wordt er niet alleen gekeken naar het leren, maar ook naar de ontwikkeling van het kind. De ontwikkeling is een proces. Bij het proces wordt er rekening gehouden met de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. 

 

Preventief Handelen

Het preventief handelen t.a.v. gedrag gaat in samenhang met Passend onderwijs. Bij preventief handelen spreken we van het voorkomen van probleemgedrag. Een leerkracht die preventief handelt, voorkomt ongewenst gedrag van leerlingen. Een leerkracht kan ook curatieve handelingen inzetten om ongewenst te voorkomen. De leerkracht buigt hiermee het ongewenste gedrag om van leerlingen. Volgens Alkema, et. al. (2015) is voorkomen beter dan genezen, oftewel liever een preventie dan een curatieve benadering. Een leerkracht moet goed inspelen op de onderwijsbehoeften van een kind in de klas. Een leerkracht moet ook zelf in de ogen kijken, want het ligt niet altijd aan het kind. 

 

 

Alkema, E., Kuipers, J., Lindhout, C., & Tjerkstra, W. (2015). Meer dan onderwijs. Assen: Uitgeverij koninklijke van Gorcum.