Zelfregulatie
Zelfregulatie is een onderdeel van het onderwerp sociaal emotioneel. Een voorwaarde om sociaal emotioneel te handelen is het beschikken van de kwaliteit zelfregulatie. Zelfregulatie betekent je aandacht kunnen richten, je emoties kunnen hanteren, je gedrag kunnen sturen en zelfstandig kunnen werken en spelen (Alkema, 2015). Zelfregulatie vormt de basis voor de sociaal – emotionele en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Een goed zelfregulatie is voorwaardelijk voor het goed kunnen functioneren in een optimaal profiteren van de leeromgeving. Kinderen met een goed ontwikkelde zelfregulatie gaan met plezier naar school, zijn gemotiveerd voor leren en ervaren autonomie in hun handelen. De ontwikkeling van een goede zelfregulatie bij jonge kinderen vort ook een beschermende factor voor gedragsproblemen op latere leeftijd en legt een basis voor toekomstig goed kunnen functioneren en deelnemen aan het onderwijs in school (Deterd Oude Weme, 2012).
Er zijn een aantal vaardigheden die te maken hebben met zelfregulatie, deze punten zijn te zien bij de afbeelding: vaardigheden. De denkvaardigheden die zijn beschreven gaat over het sturende gedrag . Kinderen die dit soort vaardigheden beheersen, kunnen hun gedrag beter reguleren en zijn beter in staat hun denken en geheugen te structureren (Lansink, 2014).
Het kunnen hanteren van emoties speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de zelfregulatie. Het kunnen omgaan met emoties gaat vooraf aan het kunnen sturen van het gedrag, de aandacht en de cognitie. Het kunnen reguleren van het gedrag is het volgende belangrijk aspect van zelfregulatie. Kinderen die hun gedrag kunnen reguleren, zijn in staat om hun gedrag af te stemmen. Een ander voorwaarde is de aandacht. Dit is om de informatie te kunnen verwerken, deel kunnen nemen aan activiteiten en het kunnen maken van taken (Deterd Oude Weme, 2012).

Waarom zelfregulatie?
Volgens het tijdschrift JSW (2018) gaat Zelfregulatie over het bereiken van doelen door de leerling, waarbij het kind zijn handelingen in de aanpak en de uitvoering van een taak afstemt op de doelen. Het betreft een leerproces waarbij een leerling (samen met de leerkracht) start met het omzetten van taken of gedragingen in doelen, vervolgens de leertaak plant en organiseert en tot slot reflecteert op zijn doelen en deze zo nodig bijstelt. Door doelgericht met zijn taken bezig te zijn, is het voor de leerling inzichtelijk waarom hij de taken uitvoert en hoe hij zijn doel kan bereiken. Door tussentijds te evalueren, kan de leerling samen met de leerkracht de taak en/of het doel aanpassen. Op deze manier motiveert en stuurt de leerling (met behulp van de leerkracht) zichzelf, en reflecteert hij op de gestelde doelen.
Het vermogen van een kind om zelf zijn gedrag te reguleren heeft te maken met de ontwikkelingen van executieve functies: een verzamelterm van denkprocessen die belangrijk zijn voor het uitvoeren van sociaal en doelgericht gedrag. Wanneer executieve functies niet goed werken zijn dagelijkse activiteiten minder vanzelfsprekend. Ook op het functioneren op school: een kind kan snel afgeleid zijn, maar ook het spelen met andere kinderen of het je houden aan de regels kan lastig zijn. Volgens Jacobs (2015) blijkt uit onderzoek dat een goed ontwikkeld zelfsturend vermogen zorgt voor een verbetering van het sociale gedrag in de klas. Daarnaast zullen kinderen, door op jonge leeftijd al gericht aandacht te besteden aan de ontwikkeling van zelfregulatie, leerlingen voorbereiden op het schoolse leren vanaf groep 3.
Aanpak
Deterd Oude Wene (2012) vertelt dat uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen in staat zijn om strategisch, zelfregulerend gedrag te leren in betekenisvolle en op leeftijd afgestemde contexten. Voorwaardelijk is hierbij een sensitieve en ondersteunende relatie met opvoeders/leerkrachten en de aanwezigheid van hulpmiddelen in de omgeving die het kind ondersteunen bij de zelfregulatie. Jacobs (2015) geeft aan dat via thematisch onderwijs leren kinderen spelenderwijs kennis maken met de wereld om hen heen. Hiermee kun je kinderen laten groeien in hun zelfregulatie
Er is een aantal punten die de leerkracht kan doen en inzetten in de klas om de zelfregulatie te stimuleren van kinderen. Hier een aantal voorbeelden:
Visualiseren: Om te zorgen dat de kinderen de rituelen en regels goed begrijpen en onthouden, verwerk deze zo veel mogelijk in de inrichting
van het lokaal. Daardoor krijgen de kinderen inzicht in de dagelijkse gang van zaken.
Rijke leeromgeving: Een omgeving waarin het kind zelfstandig ontdekt en speelt is essentieel. Uitgangspunt is het initiatief van het kind. Het kind stelt zichzelf doelen (Wat wil ik doen en leren?) en maakt eigen keuzes. Daarbij is het belangrijk dat het kind zich inspant en dat het doorzet
om het gestelde doel te behalen.
Rollen spel: Dit type spel speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van het zelfsturend vermogen van kinderen. Dat kan bijvoorbeeld met het rollenspel in de supermarkt: de ‘caissière’ zal zich in het spel anders gedragen dan de ‘klant’. De kinderen vervullen tijdens het spel in feite de rollen van volwassenen of meer algemeen: anderen. Daardoor tillen ze zichzelf op een hoger niveau (denk aan de ‘zone van de
naaste ontwikkeling’), waarmee ze hun eigen ontwikkeling stimuleren. Door het invullen van de betreffende rollen, leren de kinderen steeds
beter zichzelf aan te sturen.
Probleem oplossen: Met bijvoorbeeld een activiteit over het opmeten van afstanden komen veel verschillende aspecten van zelfsturing aan de orde. Laat de kinderen eens aan de slag gaan met een denkprobleem, bijvoorbeeld: Hoe kan ik de afstand tussen de kast en de tafel meten, als ik
geen meetinstrument mag gebruiken? Door deze activiteit komen ze tot de ontdekking dat je hetzelfde probleem vaak op verschillende manieren kunt aanpakken en dat dat kan leiden tot verschillende oplossingen.
Begeleid sturen: Kleuters kunnen zeker zelf aan het stuur zitten. Bij zelfsturing gaat het bij jonge kinderen net als bij het leren fietsen: eerst hebben ze een fiets met zijwieltjes en oefenen ze op veilig terrein. Als ze dat onder de knie hebben, is het tijd voor een fiets zonder zijwieltjes. Daarna gaan ze het verkeer in, maar nog steeds met hulp van een volwassene. Tenslotte kunnen ze helemaal zelf ‘sturen’ (Lansing, 2014).

Stage
In groep 1 en 2 leren de kinderen steeds zelfstandiger te worden in de klas. Hoe zelfstandig de kinderen op school komen heeft te maken met de opvoeding van de ouders. Er is al meteen een groot verschil in het gedrag van het kind. Zo zijn er kinderen die op school komen en zelfstandig aan en uit kunnen kleden. Ook zijn er leerlingen die dat nooit geleerd hebben thuis en niet weten hoe. Hierbij speelt de leerkracht een belangrijke rol. De leerkracht is begeleidend aan het sturen. Er is een leerling in de klas die de jas zelf niet aan kon krijgen en de jas dicht. Hier zijn wij eerst stap voor stap mee gaan helpen. Je stelt doelen op. Als eerst moet het kind leren de jas aan te trekken. Dit ging al snel goed. Het kind straalde en was erg enthousiast dat zij heeft geleerd om de jas aan te krijgen. Het tweede doel was de jas zelfstandig dicht krijgen. Dit verliep wat moeizamer. Dit komt omdat je hierbij niet alleen te maken hebt met het zelf kunnen maar ook met de fijne motoriek. Hierdoor is het doel aangepast. De leerkracht doet de rits in het gleufje en het kind rits
de jas dicht. De jas kwam vast te zitten in de rits. Dit ging later goed. Ze kan de jas zelf dicht ritsen. Nu zijn wij weer terug bij het tweede doel, de jas zelfstandig dicht ritsen. Stap voor stap met begeleiding van de leerkracht gaat het steeds beter en beter. De motivatie van de leerling heeft hier ook een grote rol bij. Hoe graag wil de leerling zelfstandig worden. Dit kan je motiveren met de extrinsieke motivatie, door complimenten te geven of door middel van een beloningssysteem.
Deterd Oude Weme, G., & van Tuijl, C. (2012, november). De ontwikkeling van zelfregulatie. HJK, 4-7.
Lansink, N., & Koerhuis, I. (2014, mei). Kleuters aan het stuur. Praxisbulletin, 31(9), 22-26.
Alkema, E., Dam van, E., Kuipers, J., Lindhout, C. en Tjerkstra, W. (2015). Meer dan Onderwijs. Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Groningen: Van Gorcum.
ThiemeMeulenhoff. (2018). Zelfregulatie: op naar succes. JSW .
Jacobs, L. (2015, november). Spelenderwijs op weg naar zelfregulatie. Beter begeleiden, 34-35.
Maak jouw eigen website met JouwWeb